woensdag 16 december 2015

Olifanten presentatie

Om te beginnen met de evolutie van de olifant gaan we 60 miljoen jaar terug in de tijd. We gaan naar de Phosphatherium. Dit dier is zo’n negentig centimeter lang. Hij at planten en was erg ligt. Dan gaan we 47 miljoen jaar terug in de tijd naar de Moeritherium was het eerste slurfdier dat wij kennen. Dit dier leek erg op een heel groot varken, maar had wel al iets van een slurf. Dit dier kon goed zwemmen en had speciaal hiervoor zijn oren hoog op zijn hoofd want die staken dan uit tijdens het zwemmen. Hij kwam vooral veel voor in moerasgebieden.
In een andere gedeelte van Afrika zo’n 46 miljoen jaar geleden leefde de Numidotheruim. Deze werd ook wel het ‘Numidia beast’ genoemd. Er is een heel skelet van dit dier gevonden in Algerije. Het dier is wat tender gebouwd en leek een beetje op een miereneter.
Nog een voorouder is de Palaeomastodon, dit dier leefde 36-35 miljoen jaar geleden. Deze soort heeft slagtanden zowel bij de onderste als bij de bovenste rij tanden.
34 miljoen jaar geleden leefde de Barytheruim, ook een voor ouder van de olifant. Van dit dier zijn er alleen fossielen gevonden in Egypte en Libië. Het dier is de voorouder van de Aziatische olifant. Op dit moment in tijd lijkt het dier meer op een hippo dan op een olifant.
Van zo’n 20 miljoen tot 5 miljoen jaar geleden leefde er een soort olifant op verschillende plekken op de aarde. Dit wezen begon al meer op de olifant te lijken zoals wij die nu kennen. Dit dier is de op drie na grootste zoogdier die wij u nog steeds kennen. De Deinotherium mannen zijn gemiddeld 3.5 tot 4.5 meters hoog. Hiervoor werd het dier ook wel ‘verschrikkelijke beest’ genoemd. Bij dit dier komen de slagtanden al voor.
15 tot 4 miljoen jaar geleden leefde de Platybelodon op verschillende plekken over de hele wereld. Dit dier was een planten eter. Deze voorouder heeft een hele gekke bek/mond/slurf. Zelf weet ik niet precies waarom dit is. Hij leefde in moerassen en in savanneachtige gebieden. Ze aten onder andere boombast.
Dan komt de Gomphothere, deze soort leefde 12 tot anderhalf miljoen jaar geleden. Ze kwamen op veel verschillende plekken voor over de hele wereld. Ook de Gomphothere was een planten eter.  Het dier heeft vier slagtanden. Hij begon steeds meer op de olifant te lijken
Dan komt de Mammut. Dit dier leefde vooral in Amerika en in Europa. Hij leefde ruim 4 miljoen jaar geleden. En zo’n 9000 jaar geleden stierf hij uit, dit zou betekenen dat het dier samen heeft geleefd met de mens voor een lange tijd. De Mammut at bladeren. De dieren werden zo’n drie meter hoog, ze konden zowel twee als vier slagtanden hebben. 
De Anancus is de volgende op ons lijstje, deze olifant soort kon zo’n vijf meter lang, drie meter hoog en 6000 kilo zwaar worden. Hij leefde zo’n drie tot anderhalf miljoen jaar geleden. De slagtanden bij deze soort waren enorm, dier tot vier meter staken ze van zijn gezicht uit. Het dier was vermoedelijk een planten eter.
Dan komt de Mammoet deze is niet het zelfde als de Mammut! Er waren verschillende soorten Mammoeten. Hier dier zou zich tussen de 2,4 en de 5,4 miljoen jaar geleden zijn moeten gaan afsplitsen van de soort die wij nu kennen als de Aziatische olifant. De Mammoet is de voor ouder van de Afrikaanse olifant. Mammoeten leefde in veel gebieden.
De Cuvieronius leefde op het Amerikaanse continent. Hij leefde zo’n vijf miljoen tot 10.000 jaar geleden. Dit was een wat kleiner slurfdier. Wat opvallend is bij dit dier is dat de slagstanden gedraaid zijn . Het dier leefde van zachte bladeren.
De Stegotetrabelodon leefde in noord Afrika en de Arabische woestijn. Deze soort kon vier meter hoog worden. Hij at planten. Hij had vier slagtanden.
Dan komen we aan bij de olifant die we nu ook kennen namelijk dus Afrikaanse olifant. Deze olifant kan 6 ton zwaar worden. De olifant heeft een lange slurf, enorme oren en slagtanden. Deze olifanten leefde in groepen, meestal waren er meer dan tien dieren in één groep. Ze leven alleen nog in Afrika en Noord Amerika.Je hebt verschillende soorten Afrikaanse olifanten waarvan er nog meer drie leven.
En als laatste is er de Aziatische olifant. Deze olifant is kleiner dan de Afrikaanse olifant. Ook is hij lichter. Hij heeft naar beneden wijzende oren en die slurf van de olifant heeft een vingen aan het eind bovenin. Het dier eet per dag zo’n 150 kilo aan planten.


De vraag is waarom de olifanten zich zijn gaan veranderen? Waarom ze zo erg veranderd zijn?

Natuurlijk heeft dit te maken met het overleven van de natuur die vroeger erg ruw was. Ondertussen kan het dier zich goed aanpassen in wat voor gebied het dan ook terecht komt. De olifant is zich gaan ontwikkelen om de gevaren om zich heen te gaan overleven. Ook eten is beter te vinden door hun aanpassingen, omdat de olifant een planten eter is kan hij met zijn slurf makkelijk bij de blaadjes in de bomen. Dit betekend dat hij altijd bij eten kan komen.

presentaties Woensdag 16 December 2015

Presentatie van Femke
Paard
Het eerste paard was de Eohippas. Dit dier had niet veel vijanden. De Eohippas was een heel klein diertje, ongeveer de grote van een vos. Doordat het klimaat ging veranderen paste De Eohippas zich aan en werd een Mesohippas. Deze kreeg langere bene, omdat hij nu sneller moest gaan rennen voor zijn vijanden. 
Daarna ontstonden er negentien verschillende paard soorten. Deze stierven bijna allemaal uit en er bleef er maar één over. de Meryhippos. Dit dier leek al meer op het paard wat we nu kennen. 
Zeven jaar geleden ontstond de Pliohippos.
Als laatste kwam de Equus, dit is het paard van nu. Deze werd naar ons gebracht door Columbus die Amerika ontdekte en de paarden van daar mee namen. Ze gingen paarden gebruiken voor werken. Ook werden paarden nu gefokt en ontstonden er verschillende soorten, zoals volbloed enzovoorts.

Presentatie van Tobias
Evolutie van de jacht. 
Co-evolutie is als twee dieren zich op het zelfde moment aan elkaar gaan aan passen. De prooi moet zich aanpassen om zich te beschermen en het roofdier moet zich aanpassen om te kunnen overleven van een andere prooi. Dit betekend dat er misschien een nieuwe soort ontstaat die de prooi ook gaat eten waardoor de aanpassingen die de prooi heeft gemaakt niet meer uitmaakt. Er zijn dieren die zich zijn gaan aanpassen naar het te kunnen overleven. Er is bijvoorbeeld een Inktvis die zich zo is gaan aanpassen zodat hij ook op het land kan lopen en van poel tot poel kan kruipen. Ook de dolfijn is zich gaan aanpassen en is in plaatst van alleen gaan jagen in groepen gaan jagen. Ze hebben een hele rooftechniek uitgevonden en die gebruiken ze nu ook. 
De vraag is waarom de evolutie dieren niet beschermd zijn voor de mens. Wij zijn al jaren bezig met het opjagen van alles, maar geen dier kan iets tegen ons. Wij zijn een soort ultieme jager. Wij zorgen er voor dat er een heleboel dieren uitsterven. We hebben bijna de hele zee leeggeroofd en heel veel verschillende soorten staan nu op uitsterven. Eigenlijk is ons brein te snel voor de evolutie. 

Presentatie van Cecile en Demi 
Seksuele evolutie
Dieren selecteren op uiterlijk. Seksuele selectie is dat er gekozen wordt op aantrekkelijkheid, ook al kunnen deze eigenschappen heel onhandig heel onhandig zijn. Seksuele selectie en natuurlijke selectie zijn eigenlijk compleet tegen over gesteld van elkaar, maar hebben we een paar de zelfde eigenschappen. Bij seksuele selectie gaat het om de mooiheid, het maakt niet uit of het onhandig is. Bij natuurlijke selectie gaat het erom dat je het slimste bent aangepast om aan de wereld waar dat dier in leeft. We ze met elkaar gemeen hebben dat het gaat om overleven en voortplanten en hier werken allebei de dingen aan mee. 
Zoals bij een hert, de mannetje hebben enorme geweien. Deze geweien moeten zo groot mogelijk zijn want dan word de aandacht daarnaar toe getrokken. Maar in de natuurlijke selectie is het gewei niet heel handig, het enige wat handig er aan is is dat je snel vast blijft zitten.


Presentatie van Guilietta en Ilsa
Eilandtheorie
Op de Galapagos Eilanden leefde een heleboel verschillende dieren. Er zijn geen jacht zoogdieren op de Galapagos eilanden. De Galapagos schildpad zijn de grootste schildpadden op de wereld. De schildpadden zijn allemaal aangepast aan een eiland. Hun schilden zijn allemaal anders en eigenlijk is er geen schild meer nodig omdat er geen vijanden wonen. Er zijn ook aalgovers op de Galapagos zijn zo aangepast dat ze niet meer kunnen vliegen omdat dat eigenlijk niet meer hoeft. De enige roofdier op de Galapagos eilanden is de buizerd, maar deze is ook wel wat tammer. Als je naar de eilanden gaat kun je gewoon naast de dieren gaan staan want de dieren verdedigen zich niet meer, ze zullen er niet over klagen. De flamingo's op het eiland zijn de enige dieren die niet tam zijn. De leguanen op de Galapagos eilanden kunnen een uur onder water blijven, ook kan dit dier heel lang worden. 
Darwin is op de Galapagos eilanden op zijn evolutie theorie gekomen doordat hij allemaal vinken op het eiland vond. Hij had vinken in Amerika gezien die erg op de vinken op de Galapagos eilanden leefde, hierdoor bedacht hij dat de vinken allemaal van één oervink vanaf kwamen. Al deze vinken hadden verschillende snavels, dit lag aan de voedsel bronnen die op de eilanden waren. 

Presentatie Tijn en Job
De evolutie van de Slangen
Slangen worden gezien als een van de gevaarlijkste dieren in de wereld. Dit is omdat slangen giftig zijn. Slangen hebben schubben op hun huid omdat dat hun beschermd tijdens het voortbewegen. De slang ruikt met zijn tong. Het skelet van de slangen heeft rond de 160 botten. We vonden een fossiel met een soort beenbotjes die niet gebruikt werden, dit verteld ons wel dat de slangen waarschijnlijk benen hadden vroeger.
De slangen zijn waarschijnlijk van vissen en wormen afgestamd. Ze hebben zich van vissen tot reptielen ontwikkeld. 
Het zou zo zijn dat slangen vroeger zijn jonge bare, maar hij is nu koud bloedig en legt eieren. Dit weetje is eigenlijk onverklaarbaar. Want ze komen van vissen af en vissen leggen eieren, dit zou betekenen dat ze nog een tussenstap hebben gemaakt om een tijdje te kunnen baren, maar ze zijn daarna toch terug gegaan naar eieren.

Planten met spieren?

Kunnen planten spieren en zenuwen?
à Nee. Ze hebben geprobeerd om met een zenuw stoppende stof de zenuwen die de plant er voor zorgt dat die dicht gaat. Maar toen ze het probeerde ging het plantje nog steeds gewoon dicht. Hieruit blijkt dus dat een plant dus geen zenuwen heeft.
Welke aanwijzingen had Darwin die zijn theorie bevestigden?
à    1. Fossielen en geologie
2. aangepaste soorten aan hun omgeving— bouwplan van dieren
3. de embryologische ontwikkeling.
       à recapitulatietheorie van Häckel.
       à ontogenie is een herhaling van de fylogenie.
              Ontogenie: individuelen ontwikkeling
              Fylogenie: ontwikkeling van een soort.
4.rudimentaire organen
       à organen die geen functie meer hebben. Zoals               blinde darm en het staartbeen.


dinsdag 15 december 2015

De menselijke revolutie

De foetalisatie theorie is het idee dat de mens een niet ontwikkelde aap is. We kunnen van alles een beetje. Omdat de mens een geslachtsrijke foetale aap is. Louis Bolk (zie plaatje links <--) kwam met die idee.

Dieren zijn veel gespecialiseerde dan de mens. Wij kunnen met onze armen en benen een beetje van alles; lopen, zwemmen, enzovoorts. Terwijl bijvoorbeeld een vogel speciaal vleugels hebben waarmee ze kunnen vliegen maar absoluut niet kunnen zwemmen. Andere dieren kunnen bijvoorbeeld alleen maar kruipen en dus niet lopen of zwemmen. 


Wij zijn er als mens achter gekomen dat wij afstammen van de aap. Doordat de aap zich is gaan ontwikkelen zijn wij ter oorsprong gekomen. Apen zijn langzaam zich gaan aanpassen naar de natuur om zich heen. Langzamerhand is de aap rechter op gaan lopen en om twee benen gaan lopen in plaats van op vier, dit was handig om dat er op de grond hoog gras was waar de aap dan over kon gaan kijken. Ook is de aap langzaam uit de boom gaan jagen, omdat er in de bomen niet genoeg voedsel meer te vinden was. En de aap is op de grond gaan leven zodat hij het land meer kon gebruiken als een thuis basis.

Als wij nu terug kijken naar filmpjes over apen gedrag kunnen wij ons niet goed voorstellen dat we van deze dieren afstammen. De aap ziet er heel ander uit dan wij, maar als je goed kijkt kunt je toch echt wel vergelijkingen zien. 

Presentatie Maandag 14 December

Presentatie van Lucas en Boudewijn
Malaria
Malaria is een parasiet. De parasiet wordt overgedragen door muggen. Malaria kan zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten. De levensloop is enorm snel. Door het steken van een mug krijgen de mensen larven van deze parasiet in ons bloed. De parasieten larve nesten zich in de lever. Wanneer een larve uit een cel komt moet hij deze cel open breken. Doordat de cel open wordt gebroken komen er allemaal afval stoffen in het bloed die de aders verstoppen. Hierdoor gaat het bloed niet goed stromen en kan een mens dood gaan. Er zijn vier verschillende soorten van Malaria:
- Plasmodium --> 50 % van de sterf gevallen
- Vivax          --> 20-30 % van de sterf gevallen
- Malaride      --> 10 % van de sterf gevallen
- Divale         --> 10 % van de sterf gevallen
Malaria kan zich in een mens alleen ongeslachtelijk voortplanten omdat anders de cellen worden aangevallen door het immuunsysteem.

Presentatie van Thijs en George
De evolutie van de hong. 
De eerste hond was meer een klimdier. Hij had twee soorten nakomelingen. De ene ging juist meer op het land lopen. Hij ging hier meer jagen. Het dier was groot, had hele sterke tanden, hij had sterke poten en uitklapbare nagels. Zijn broertje was de voorganger van de wilde hond en de hyena. Deze was erg harig en had geen uitklapbare nagels. Het is niet duidelijk van welke twee de hond afstamt. Één van de twee was de voorouder. De hond is gekomen omdat de wolf met mensen samen is gaan leven, daardoor is de wolf tammer geworden en langzamerhand veranderd in een huisdier.

                                            Moeder wolf
                                                Miacis
                                                  /\
                                                 /  \
                                 Broertje 1        Broertje 2
                                Gynopdiets        Tamarctus
                                                 \  /
                                                  \/
                                              de wolf
                                                   |
                                                                       V
                                             de hond

Presentatie Tom en Mark
Walvis
De vraag is de walvis een vis of een zoogdier? Veel mensen weten de vraag hier niet te beantwoorden. Veel stukken van de walvis wijzen er naar dat hij een zoogdier is. Een archeoloog heeft lang geleden een schedel gevonden die hij niet kon plaatsen. Dit skelet had poten. Toen de archeoloog het S-bot vond wist hij dat het een walvis was. Er werden steeds meer walvis-skeleten gevonden. Sommige waren meer aangepast aan het land, andere waren meer aangepast aan het water. Zo vonden ze ook de voor lopers van de dolfijn.

Presentatie Kaj en Pepijn
Kip
De kip is de enige dinosaurus die nog leeft. Hij is familie van de fazant. De kip is een tamme vogel. 
Was het ei er eerder dan de kip of andersom?
Het ei was eerder, dit kwam door evolutie er kwamen steeds meer op een kip ging lijken tot je normale kip. 
De kip heeft twee magen en twee blinde darmen. Kippen pikken graag naar rode dingen. De kip heeft vierteen nekwervels, dat is twee keer zoveel as wij er hebben. Ook zijn er onder kippen twee verschillende soorten oorlellen; een witte, die witte eieren legt, en de rode oorlel, die bruine eieren legt. Kippen hebben speciale sociale vaardigheden, zo hebben ze 40 verschillende klanken waarmee ze communiceren met elkaar. Een kip kan ongeveer tien jaar oud worden. Er zijn heel veel kippen op de wereld. Het is 1 op 7, 7 kippen per één mens.  

Presentatie Dinsdag 15 December 2015

Presentatie Gloria en Nine
HIV
Eerste heb je het HIV virus en dan is de kans er dat je Aids krijgt. Het HIV virus is een virus dat het mensenlijk immuunsysteem afbreekt. Zodra het het lichaam in komt gaat het aan de slag en wordt je meteen heel erg ziek. je krijgt allerlei verschillende griep verschijnselen. Het HIV virus is een retro virus dit betekend dat het in het DNA gaat zitten waardoor het overdraagbaar wordt, zoals op moeder en kind. Het is niet overdraagbaar door elkaar een hand te geven bijvoorbeeld. Het is niet zeker hoe het bij de mens terecht is gekomen. Vermoedelijk is het een lange tijd geleden van apen op de mens over gekomen, door dat mensen met apen vechte en dat er toen bloed mengde en zo kwam het dan over naar de mens. Ook kan het dat het van de de kat die FIV had en dat zou dan ook over mensen op de mens. 
Er zijn remmers voor het virus, maar geen medicijn. Wanneer deze remmers niet genomen worden is de kans groot dat je jonger overlijd. 
Het HIV virus zorgt ervoor dat je ontzettende hoofdpijn krijgt. Je krijgt allemaal mondzweren doordat het HIV virus het immuunvirus wordt aantast en je nergens tegen kunt vechten. Je Lymfklieren gaan opzwellen. Je krijgt uitslag. Bij de slokdarm krijg je ook allemaal zweren doordat het immuunsysteem niet kan helpen met het maagzuur. Je krijgt ontzettende spierpijn. Je milt en je lever gaan opzetten. En je krijgt hele erge koorts. 

Presentatie Wilmar en Mees
Dinosauriers 
Zijn ontstaan op het Pangea, ze komen voort uit de reptielen soort archosauria. Krokodillen en vogels zijn nog de enige dinosauriërs die we kennen. Langzamer hand gaan dinosauriërs recht opstaan en worden ze zoals we kennen Nadat ze bij de archosauria horen splitsen gelijk in twee groepen namelijk de Saurischia, de vleeseters, en de Ornithischia, zijn de planteneters. 
Men weet niet zeker waarom Dinosauriërs zijn uitgestorven. Pas in de twintigste eeuw kwam men er achter dat er een komeet op de aarde was gekomen die alle levende wezen uitroeide. Toch hebben we nog steeds de vogels die afstammen van de dino's
De T-rexs was één van de laatste dino's die leven. Deze dino liep op twee sterken achter benen. Hij werd in evenwicht gehouden door zijn zware staart. hij had kleine armpjes die hij nauwelijks kon gebruiken. Hij jaagde vooral met zijn bek vol met tanden. Hij was een van de grootste vleeseters die we kennen.

Presentatie Kim en Sanne
Vlinders
De vlinder behoort in het dierenrijk. er zijn 16.000 verschillende soorten vlinder terwijl er in Nederland maar 50 verschillende soorten zijn. Men weet nog niet precies hoe we vlinders moeten indelen. Nu hebben we dag- en nachtvlinders. ze verschillen van kleuren, voelsprieten en rijk- en kleurvermogens. Er zijn niet veel fossielen van vlinders gevonden omdat je best wel broos zijn. We weten dat er nog heel veel verschillende soorten vlinders waren maar we weten niet welke omdat we geen fossielen kunnen vinden. De opbouw van vlinders zijn wel standaard. Ze hebben een rupsachtige lijf en vier verschillende met schubbe bedekte vleugels. Ook hebben ze dezelfde soort mond. Vlinders hebben een voorkeur aan warme gebieden. 
Een vlinder is koudbloedig, hij heeft dus de zon nodig om warm te worden. Het is het beste voor de vlinder om een donkere kleur te hebben zodat ze beter zon op kunnen nemen. Eigenlijk zijn de vlinders doorzichtig, we weten nog niet zeker waarom ze dan toch een kleur hebben daar zijn verschillende theorieën voor. Tijdens de voortplantingsperiode krijgen de mannen een felle kleuren zodat ze vrouwtjes aantrekken en vijanden afstoten.
Vlinders kunnen zich heel goed aanpassen aan de omgeving. Wanneer er eitjes voor vlinders komen is er 60 tot 70 procent over van de ouders en 30 procent van de rest is aangepast aan de omgeving. Dit is epi genetica.

Presentatie Kjell en Jesse
Het hart
Alle zoogdieren hebben de zelfde vorm hart.
Toen mensen begonnen met onderzoeken van het mensen hart, leek het heel erg op een zoogdier hart en het vogelhart. 
Het hart ontstaat: 
Wanneer een embryo ontstaat, is zijn eerste orgaan het hart. Dit begint met een rechte buis, die krimpt zich, waardoor de boezems en de kamers ontstaan. Dit duurt 6 weken. Voor de geboorte zit er nog een gaatje in, die na de geboorte dicht groeit. Na de geboorte verandert het hart niet meer. Naar maten wij ouder worden krijgen we minder hartweefsel, flexibiliteit en hartkloppingen in ons hart. 

donderdag 10 december 2015

Voor Darwin

Aristoteles geloofde dat dingen konden ontstaan uit levenloze materie, dit geloofde men nog ver na de Middeleeuwen. Spontane generatie werd dit genoemd. De godsdienst vertelde mensen dat een God alles geschapen had. Linnaeus zei: "God maakte de wereld, ik deel die in". Toch werden er allerlei verschillende soorten gevonden. Tot en met de Middeleeuwen was het creationisme centraal. In de Renaissance gingen mensen meer opzoek naar uitleg. En mensen vonden stenen met fossielen en die had God dan mooi gemaakt. 

In de achttiende eeuw werden de universiteiten belangrijker. Cuvier vond fossielen onder Parijs van dieren die uit een heel ander land kwamen dan uit Frankrijk. Cuvier ontdekte dat er verschillende lagen met fossielen onder Parijs lagen. Hij bedacht dat er allerlei verschillende zonnevloeden zijn geweest, dit was omdat God dan verveeld was met een bepaalde soort dieren en die wilde hij dan weg hebben. God maakte dan een zonnevloed en de dieren werden onder het puin gedood. Nadat Hij dan zo'n zonnevloed voorbij had laten gaan creëerde hij nieuwe wezens om de aarde te bewandelen. 

Lamarck was, net zoals Cuvier, een leraar aan de universiteit. Lamarck was de eerste echte Bioloog. Hij zag dat kinderen op hun ouders leken en kwam er zo achter dat een soort zich toch daadwerkelijk ontwikkelde. Hierdoor konden ouders sommige eigenschappen doorgeven aan hun kinderen. Dit was de eerste evolutie theorie. 

In de negentiende eeuw kwam Darwin. Darwin van de zoon van een rijke dokter en van hem werd verwacht om het zelfde beroep te volgen. Darwin wilde die niet en is toen mee gaan reizen met een schip dat over de wereld is gaan varen. Voordat Darwin weg ging haalde hij wel zijn dominee´s diploma, maar hij is nooit dominee geworden. Tijdens zijn studie heeft hij veel geleerd over de natuur. Hij begon zich af te vragen waarom natuur niet zo erg veranderen. Dan vertrekt Darwin met een schip en gaat reizen. Hij vond verschillende variaties dieren van dezelfde soort. Ook vond hij overcapaciteit. 

dinsdag 8 december 2015

Wat heeft zonnedauw met evolutie te maken?

Zonnedauw is een vlees etende plant die groeit in moerasgebieden. In deze gebieden is de bodem zuur. En om dat het zo zuur is gaat alle stikstof weg. Er is dus geen stikstof meer voor planten. Een plant moet zich hieraan aanpassen zodat hij kan voortleven. Het stikstof is namelijk nodig voor het maken van eiwitten en eiwitten zijn eigenlijk de drager van alle processen die in de cel plaats vinden. DNA bestaat uit eiwitten, alles gebeurd met hulp van eiwitten. Als stikstof niet beschikbaar kunnen er dus geen eiwitten worden gemaakt. Vlees etende planten vangen insecten. De zonnedauw doet dit met dikker haartjes met een kleverige substantie. De insecten blijven vast plakken en de plant vouwt langzaam zijn haartjes naar binnen. Dan komen er stoffen aan de pas die de insecten gaan verteren en zo haalt de plant zijn benodigde stoffen uit de insecten.

maandag 7 december 2015

Darwin


Charles Darwin was niet de eerste persoon die begon met het idee van evolutie. voor hem kwam Lamarck. Darwin begon over variatie in verschillende soorten. Hij kwam er achter dat we allemaal verschillend zijn. Hij zei dat dit op verschillende plekken heel handig was; zo konden dieren zich mengen in de natuur van dit gebied. Zo was een soort bijvoorbeeld ingedeeld in twee verschillende kleuren, bijvoorbeeld rood en geel. De aarde in een bepaald gebied was dan rood zo vielen de rode dieren minder snel op terwijl de gele dieren wel opvielen. De gele dieren werden veel eerder gekozen als prooi omdat ze door roofdieren goed te zien waren. De rode dieren van deze soorten bleven langer leven en waren degene die langer bleven bestaan.


Darwins belangrijkste observaties:
Darwin vond zeeorganismes hoog op het land en hier ging hij een uitleg voor zoeken. 'The present is the key to the past' is een boek wat Darwin ondersteuning gaf. Dit boek vertelde hem dat de aarde veel ouder was dan 6000 jaar. Iedereen in deze tijd dacht dat de aarde 6000 jaar geleden was geschapen was door God, want toen had Hij Adam op de aarde gezet om het menselijk leven te beginnen. 

Toen Darwin veertien verschillende vinken vond over de wereld verspreid ging hij deze in kaart brengen. Hij bedacht dat ze allemaal onder één soort hoorden maar dat ze toch allemaal een beetje verschillend waren. Veertien verschillende voorkomingen die toch onder dezelfde soort horen. Dit was iets nieuws voor die tijd. Variatie in één soort.

Ook kwam Darwin er achter dat de mens een kunstmatige selectie kon maken. Bijvoorbeeld wanneer het zoutgehalte in de grond erg stijgt kunnen sommige planten niet meer goed groeien. Hierdoor kunnen wij geen eten maken dus besluiten wij deze plant aan te passen zodat we toch nog kunnen eten. Uiteindelijk krijgen we dan een plant die wel tegen zout kan. Dit noemen we kunstmatige selectie.
De natuur heeft zijn eigen selectie, namelijk natuurlijke selectie. Dit is zeg maar het overleven van de soort die het meest in een bepaalde plek het best kan overleven.


Organismes kunnen niet veranderen, terwijl populaties dat wel kunnen.

donderdag 3 december 2015

Moet je weten!

Bacteriën:
- heeft een celwand
- heeft geen celkern
- prokaryoot
- meestal heterotroof
Algen:
- heeft een celwand
- heeft een celkern
- eukaryoot
- autotroof
Schimmels:
- heeft een celwand
- heeft een celkern
- eukaryoot
- heterotroof

Linnaeus' misstappen

Linnaeus dacht dat soorten onveranderlijk waren en dat er geen onderscheid was tussen binnen soorten of rassen. Linnaeus zag geen verwantschappen tussen twee soorten.

Ernst Heackel zag een duidelijke ontwikkeling richting de mens. Hij erkende als één van der eerste dat er evolutie was als het om de mens ging. 

Nu kijken we met genetisch onderzoek naar de chromosomen van een bepaald organisme. We hebben nu nog drie domeinen over:
1: bacteriën
2: Oer-bacteriën
3: Eukaryoten 
De eerste twee, bacteriën en de oer-bacteriën, worden prokaryoten genoemd, omdat ze geen celkern hebben. De Eukaryoten hebben wel een celkern. Onder de Eukaryoten heb je ook weer verschillende groepen, bijvoorbeeld: schimmels, planten en dieren. Deze organismes hebben wel allemaal weer een andere cel. Dieren bijvoorbeeld hebben weer geen celwand. (Zie blog genaamd: 'moet je weten!' voor andere verschillen.) Heterotroof en Autotroof hebben ook een rol bij deze kenmerken. Autotrofe organismes kunnen door middel van licht groeien en zich in leven houden zonder hulp van andere organismes. Autotrofe organismes hebben andere organismes nodig om zich in leven te houden, zonder deze andere organismes kunnen ze niet blijven leven. Ze gebruiken deze andere organismes voor lucht, voedsel en om te ontwikkelen. 

Wanneer we het over rijken hebben, hebben we het over vier verschillende rijken die onder de domeinen staan. Dit zijn namelijk:
1: Rijk der Dieren
2: Rijk der Planten
3: Rijk der Bacteriën
4: Rijk der Schimmels


De rijken zijn ingedeeld in stammen. De mens behoort bijvoorbeeld tot de stam van de gewelfde met een inwendig skelet. Deze worden ingedeeld door ze met elkaar te vergelijken. Hierbij gaat het om symmetrie en de bouw van het skelet van een organisme. Is het skelet wel of niet aanwezig, zit het skelet aan de binnenkant of aan de buitenkant van het organisme? Is het organisme symmetrisch of juist asymmetrisch? 

Stammen zijn ingedeeld in klasse. Deze worden ingedeeld door te kijken naar de soort huid die een organisme heeft, de ademhaling, manier van voortplanten en lichaamstemperatuur. Een voorbeeld van een klasse van de zoogdier heeft een behaarde huid, levendbarend, heeft een inwendige bevruchting, zoogt zijn jongen en heeft een constante lichaamstemperatuur. Er zijn vijf verschillende klasse:
1: reptielen
2: amfibieën
3: vissen
4: zoogdieren
5: vogels

Binnen de klasse heb je verschillende Ordes en Families. Je kunt tot een zelfde orde horen, maar bij een andere familie horen. Zo zijn honden en katten van de zelfde orde, maar van een andere familie. 

Families hebben weer sub-families, geslacht en soorten. Bijvoorbeeld allerlei soorten kat-soorten worden onderverdeeld in geslachten.

vrijdag 27 november 2015

Symbiose en wormen.


wormen zijn meercellige organisme

Symbiose is het langdurig samenleven van twee organismen van verschillende soorten waarbij de samenleving voor ten minste één van de organismen gunstig of zelfs noodzakelijk is. De beide partners heten symbionten. De grootste partner wordt ook wel gastheer genoemd. 
Er zijn drie soorten symbiose:
- Mutualisme 
--> de samenleving is gunstig of zelfs noodzakelijk voor beide levensvormen. Soms kunnen de twee organismen zelfs niet zonder elkaar leven. (symbiose in enge betekenis) Waarbij bijvoorbeeld een soort vogel ongedierte van een gastheer af halen. De gastheer heeft dus ongedierte bestrijding en de vogels hebben eten.
- Commensalisme
--> waarbij de één profiteert en de ander geen nadeel ondervindt. Bijvoorbeeld dat een zuigvis ongedierte van de haai afhaalt. De haai heeft er geen last van en de zuigvis krijgt er een lift naar een andere plek van. 
- Parasitisme
-->de samenleving voor één van de partners schadelijk is. Voor meestal is het voor de gastheer en die krijgt hier dus nadelen door. 

WORMEN:
Wormen zijn moeilijk in te delen, er zijn een heleboel verschillende soorten soorten.
Het wormen practicum:
Een aantal vragen:
- Hebben wormen ingewanden?
--> Ja, maar hij heeft niet alles. Hij heeft wel de juiste dingen om te kunnen uitscheiden, maar hij heeft geen longen.
- Uiterlijke verschillen/kenmerken
--> De zeepier heeft haren die duidelijk te zien zijn. Ook is deze aan de achterkant is hij duidelijk veel dikker dan aan de voorkant. De ringworm is even dik over zijn hele lichaam en bij hem zie je de haren niet echt. Hij heeft wel een soort ringetjes om zijn hele lichaam.
- Verschil taxonomie?
--> Ze hebben hetzelfde rijk en dezelfde stam, maar bij klasse gaan ze uit elkaar. De regenwormen horen bij gelede wormen en de zeepieren horen bij Borstelwormen.
- Heeft een worm bloed/hart?
--> De wormen hebben duidelijk bloed en de regenworm heeft TIEN harten
- Hoe eten wormen?
-->  Door een mond
- hebben ze ogen?
--> Nee
- hoe bewegen ze?
--> Door middel van haartjes die aan hun huid zitten
- Hebben ze Voortplanting?
--> Ja, een gepaarde voortplanting
- Functie van wormen?
--> Geen idee
- Waar leven ze?
--> In de grond
- Verdediging tegen predatoren?
--> Ze vluchten gewoon het liefst

donderdag 26 november 2015

De Evolutie Periode

Deze periode gaat over de evolutie van de mens en het indelen van levende en niet levende wezens op aarde. Er zijn verschillende manieren waar op je dit soort wezen kunt indelen. 

Levende natuur kun je herkennen aan verschillende verschijnselen. de zeven verschijnselen zijn:
- ademhalen
- voeden.
- uitscheiden.
- bewegen.
- groeien/ontwikkelen.
- voortplanten.
- waarnemen. 
Alle levende natuur heeft alle zeven verschijnselen. Als deze verschijnselen niet aanwezig zijn weet je dat je te maken hebt met niet-levende natuur. 
Een virus is een heel geval apart, want een virus heeft wel van de verschijnselen die tussen de zeven verschijnselen zitten maar niet allemaal. Ook heeft een virus een gastheer nodig om te kunnen leven.


Aristoteles was de eerste die begon met het indelen van wezens op een speciale manier.Hij deelde dieren en andere voorwerpen in van laag naar hoog. Degene met een lage intelligentie kwamen onderaan de lijst en degene met een hoge intelligentie kwamen hoog in de lijst. In deze tijd waren de goden het hoogst op de lijst. Ook dat Aristoteles dat de mens van de één op de andere dag op aarde was en toen niet verder ontwikkelde en dat iedereen dus hetzelfde was. 
De leerling van Aristoteles was de eerste die een encyclopedie schreef. 


Na Aristoteles was er een hele lange tijd niemand die keek naar de indeling van de mens. Linnaeus leefde in de achttiende eeuw en die begon pas echt met de indeling. Hij deelde in op Leven - Domein - Rijk - Stam - Klasse - Orde - Familie - Geslacht - Soort.

Linnaeus dat dat de menselijke soort onveranderlijk was. Hij maakte geen verschil tussen rassen binnen in een soort of verwantschap tussen twee verschillende soorten.